Huizenmarkt

LET OP. Dit artikel is ouder dan 1 jaar.

Strenge normen voor hypotheek benadelen huizenkopers

De aangescherpte leennormen op hypotheken maken een huis kopen lastiger. Doordat starters minder kunnen lenen, kunnen beleggers makkelijker huizen kopen. Dat blijkt uit onderzoek van het Centraal Planbureau (CPB).

Wel een hoge huur, geen woning kunnen kopen

Er is momenteel veel discussie in de samenleving over mensen die wel een hoge huur kunnen betalen, maar geen huis kunnen kopen. Voor het eerst heeft het CPB deze problematiek onderzocht en in cijfers uitgedrukt.

Het CPB keek naar de gevolgen van de aanscherping van de leennormen in de periode 2013-2019. In die periode nam het aantal vrije sector huurwoningen, ten opzichte van het aantal koopwoningen, met 70 procent toe. Een vijfde van deze toename ontstond doordat huishoudens minder mochten lenen voor hun hypotheek. Deze woningen werden daardoor opgekocht door investeerders. Vooral in de grotere steden leidde dat tot een verschuiving van koop naar huur voor huishoudens die voorheen nog een huis konden kopen.

Versoepeling normen voor verkrijgen hypotheek geen oplossing

De onderzoekers van het CPB signaleren dat door leennormen een kwart van de huurders in de vrije sector niet genoeg verdient om een huis te kopen dat vergelijkbaar is met de huidige huurwoning. Voor huurders in de vrije sector met een modaal inkomen is dit meer dan de helft, aldus het CPB.

Een versoepeling van de leennormen, zodat het makkelijker wordt om een hypotheek te krijgen, is volgens de onderzoekers van het CPB geen oplossing. Dit zorgt weliswaar voor een stijging van de doorstroom van de huur- naar koopmarkt. Tegelijkertijd zouden ook de huizenprijzen echter stijgen. “Koopstarters zijn daardoor niet per se beter af”, concludeert het bureau.