Drie manieren om geld na te laten aan een goed doel

Steeds meer mensen kiezen ervoor om geld na te laten aan een of meerdere goede doelen. Dat kan een internationale organisatie zijn, maar ook een doel dichtbij huis zoals de lokale reddingsbrigade of het museum in jouw stad. Welk goed doel je ook kiest, geld nalaten aan een goed doel kun je op verschillende manieren doen. Kies de methode die het beste bij je past en leg dat vast in je testament.

Mogelijkheden tot nalaten

Allereerst kun je een goed doel als (mede)erfgenaam opnemen in je testament. Hiermee geef je het goede doel alleen of samen met andere erfgenamen recht op de gehele nalatenschap. Je kunt er ook voor kiezen om een vast bedrag toe te kennen aan het goede doel. Een derde en minder bekende mogelijkheid om geld na te laten aan een goed doel is het oprichten van een Fonds op Naam. Een Fonds op Naam is een schenking aan een goed doel met een gerichte opdracht die je zelf kunt formuleren. Denk daarbij aan onderzoek naar een bepaalde ziekte of hulp aan een specifiek gebied. Om ervoor te zorgen dat jouw geld na jouw overlijden ook inderdaad op de juiste plek komt, is het belangrijk om je wensen vast te leggen in een testament.

Meer over het Fonds op Naam

Jouw Fonds op Naam wordt ondergebracht bij een stichting van het goede doel dat je wilt steunen. Dat heeft als voordeel dat je zelf geen stichting hoeft op te richten en dat je geen omkijken hebt naar de administratie. Je kunt een Fonds op Naam via je testament tot stand laten komen. Maar je kunt ook al bij leven een Fonds op Naam oprichten. Het leuke is dat je dan zelf kunt zien wat er met jouw geld gebeurt. Meestal neemt het goede doel dat je kiest alle kosten voor het instellen van een Fonds op Naam voor zijn rekening. Hier vallen ook de notariskosten onder.

Fiscaal aantrekkelijk nalaten

Veel goede doelen hebben de ANBI-status en betalen daarom geen erfbelasting. Dat betekent dat jouw geld geheel ten goede komt aan het door jou gekozen goede doel. Schenk je bij leven aan een goed doel met de ANBI-status, bijvoorbeeld via een Fonds op Naam, dan mag je deze bedragen onder bepaalde voorwaarden aftrekken van de inkomstenbelasting.

Meer weten over nalaten en testamenten? Neem gerust contact met ons op.

Jouw grond of mijn grond?

Het is een bekend fenomeen: buren die onenigheid met elkaar hebben over een boom of een schutting die ‘verkeerd’ staat. In die gevallen rijst al gauw de vraag waar de grens loopt tussen uw grond en die van uw buren. Dat is niet altijd even duidelijk. Een grensreconstructie biedt dan uitkomst.

Hoe ga je om met de erfgrens?

In goed overleg kan er een heleboel. Dus als jij en je buren het prima vinden om op de erfgrens een heg te planten of een boom te plaatsen dichtbij de erfgrens, dan is er geen vuiltje aan de lucht. Dit is echter niet altijd het geval. Daarom kent het Burgerlijk Wetboek een aantal regels over erfgrenzen. Zo moet je voor het planten van een heg of heester minimaal 50 cm afstand houden van de erfgrens. Bij een boom is die afstand minimaal 2 meter. Een hek of schutting plaatsen op je eigen grond mag zonder toestemming van je buren (mits deze maximaal 2 meter hoog is). Wil je die erfafscheiding precies op de erfgrens zetten, dan moeten je buren daar wel mee akkoord gaan. (Van te voren met je buren hierover overleggen is overigens altijd een goed idee.)

Vraag het de landmeter

Schuurtjes, schuttingen en bomen die (ogenschijnlijk) op de verkeerde plek staan: de interpretatie van erfgrenzen geeft nogal eens aanleiding tot conflicten tussen buren. Als het contact met je buren over de erfgrens moeizaam verloopt, dan kan het handig zijn om te weten waar de erfgrens nou precies loopt. Dat schept duidelijkheid. Daarvoor moet je bij het Kadaster zijn. Het Kadaster registreert van al het vastgoed (grond en gebouwen) in Nederland wie welke rechten heeft. Op de Kadastrale kaart vind je echter alleen de globale ligging van percelen. Voor een exacte meting kun je een grensreconstructie aanvragen bij het Kadaster. Er komt dan een landmeter langs die onderzoek doet en laat zien waar de grens ligt. Daar zijn wel kosten aan verbonden. Maar als dat een juridisch conflict met je buren kan voorkomen, ben je gegarandeerd voordeliger uit.

Denk aan de aftrekposten rond huis en hypotheek bij je aangifte inkomstenbelasting

De Belastingdienst helpt je een handje bij het invullen van de aangifte inkomstenbelasting door bepaalde gegevens al voor je in te vullen. Wil je optimaal gebruik maken van het belastingvoordeel van je huis en hypotheek? Let dan goed op dat je alle aftrekbare kosten aangeeft bij de Belastingdienst en dat op een zo gunstig mogelijke manier.

De hypotheekrente

Allereerst mag je natuurlijk de betaalde hypotheekrente aftrekken. Voor hypotheken die na 1-1-2013 zijn afgesloten geldt de hypotheekrenteaftrek alleen als je een annuïteiten- of lineaire hypotheek hebt die in maximaal 360 maanden wordt afgelost. Heb je een oudere hypotheek, van vóór 1-1-2013? Dan profiteer je nog van een ruimere aftrek.

Nieuwe hypotheek of hypotheek overgesloten

Bij een nieuwe hypotheek of oversluiten van een hypotheek heb je kosten gemaakt die deels aftrekbaar zijn. Aftrekbare kosten zijn onder andere: taxatiekosten, bemiddelings- en advieskosten voor je hypotheek, kosten van de notaris voor de hypotheekakte, kosten voor de aanvraag van Nationale Hypotheek Garantie (NHG), kosten van een nieuwbouwdepot of verbouwingsdepot (alleen bij nieuwbouw) en eventueel betaalde boeterente. Let op: de provisiekosten van de makelaar, de kosten van de notaris voor de (kadastrale rechten voor de) leveringsakte, de betaalde overdrachts- en omzetbelasting en de bouwrente over de periode vóór het afsluiten van het voorlopige koop-/aannemingscontract zijn niet aftrekbaar.

Rijksmonument en erfpacht

Woon je in een rijksmonument, dan mag je de onderhoudskosten aftrekken. Hierbij moet het wel gaan om het vervangen of repareren van onderdelen van je woning. Heb je subsidie ontvangen voor het onderhoud? Dan moet je deze in mindering brengen op de kosten. Hebben de kosten betrekking op een verbetering, zoals een uitbreiding van het pand, dan mag je de kosten niet aftrekken. Als je erfpacht betaalt voor de grond waar je woning op staat, dan mag je die kosten ook aftrekken van je belastbaar inkomen.

Kies de meest optimale aangifte

Als jij en je partner fiscaal partner zijn, dan heb je de mogelijkheid om te schuiven met aftrekposten. Je kiest dan zelf wie welke aftrekposten opvoert in zijn of haar aangifte. Dat kan geld opleveren als de ene partner in een hogere belastingschijf zit dan de andere: hoe hoger het belastingtarief, hoe meer je bespaart op de aftrekposten van je woning.

Brexit: wat zijn de gevolgen voor jouw bedrijf?

Terwijl de Britten nog hevig in discussie zijn over een ‘deal’ of ‘no-deal’ Brexit, neemt de spanning onder ondernemers toe. Want een ‘no-deal’ Brexit betekent dat de Europese wet- en regelgeving vanaf 29 maart niet langer van toepassing is in het Verenigd Koninkrijk en dat gaan veel ondernemers merken. Ben je ondernemer, dan raden we je aan om de ontwikkelingen goed te volgen, zodat je op tijd kunt inspelen op de komende veranderingen.

Wat verandert er zoal in de handel?

Heb je te maken met import en/of export? Dan zul je bij een ‘no-deal’ Brexit voortaan aangifte moeten doen bij de Douane. Dat betekent naast extra kosten, ook extra administratie en wachttijden aan de grens. Handelt jouw onderneming in bijvoorbeeld groente, planten of vlees? Dan krijg je te maken met extra controles en keuringen. Wie diensten verleent aan afnemers in het Verenigd Koninkrijk, zal mogelijk de btw anders moeten gaan berekenen. Je levert immers niet meer aan een EU-land. Kortom, houd vooral rekening met extra kosten.

Juridische aanpassingen

Veranderingen komen er ook op het gebied van databescherming. Heeft jouw onderneming informatiestromen met het Verenigd Koninkrijk, let dan goed op of de partijen in het Verenigd Koninkrijk waar je zaken mee doet voldoen aan de EU privacywetgeving, de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). Een ‘no-deal’ Brexit heeft ook gevolgen voor intellectuele eigendomsrechten zoals Europese octrooirechten, merkrechten en auteursrechten. Zo biedt een EU-merk straks geen bescherming meer in het Verenigd Koninkrijk. Je zult dan een aparte registratie in het Verenigd Koninkrijk nodig hebben.

Doe de Brexit Impact Scan

Bovengenoemde onderwerpen zijn slechts een greep uit de gevolgen van de Brexit. Daarnaast is nog onzeker hoe één en ander precies zal uitpakken. Houd daarom de berichtgeving goed in de gaten. De overheid heeft hiervoor een speciaal ‘Brexitloket’ ingericht. Hier kun je je als ondernemer voorbereiden op zakendoen met het Verenigd Koninkrijk als dit land niet langer lid is van de EU. Een van de onderdelen is de Brexit Impact Scan, waarmee je kunt testen welke (onverwachte) gevolgen de Brexit heeft voor jouw onderneming. De Brexit Impact Scan wordt aangepast naar de actuele ontwikkelingen.

Wat te doen met de WOZ-waarde?

Rond deze tijd van het jaar valt bij huiseigenaren de WOZ-beschikking op de deurmat. De hoogte van de WOZ-waarde van je woning is belangrijk. De gemeente gebruikt deze waarde namelijk als uitgangspunt voor de bepaling van verschillende belastingen die je moet betalen. Maar ook de Belastingdienst kijkt naar de WOZ-waarde, bijvoorbeeld bij de inkomstenbelasting en als grondslag voor de erfbelasting. Redenen genoeg dus om je WOZ-beschikking kritisch tegen het licht te houden.

Het effect van de WOZ-waarde

Je hebt er misschien niet dagelijks mee te maken, maar de WOZ-waarde speelt op verschillende momenten een belangrijke rol. Zo baseert de gemeente het bedrag dat je moet betalen voor de onroerendezaakbelasting (ozb), afvalstoffenheffing en soms ook rioolheffing op de WOZ-waarde. Hoe hoger de WOZ-waarde, hoe meer belasting je betaalt. Een hoge WOZ-waarde kan ook voordelen hebben. Bijvoorbeeld als je je huis gaat verkopen: is de WOZ-waarde hoger dan de vraagprijs, dan kan dat je onderhandelingspositie verbeteren. Soms kan een hogere WOZ-waarde ervoor zorgen dat je minder hypotheekrente gaat betalen, omdat het risico voor de geldverstrekker afneemt.

Wel of geen bezwaar maken?

Of het verstandig is om bezwaar te maken, is afhankelijk van verschillende factoren. Ben je gebaat bij een hoge of juist lage WOZ-waarde? Erf je een woning, dan heb je belang bij een lage WOZ-waarde omdat je dan (veel) minder erfbelasting betaalt. Dat geldt ook voor mensen die geen verhuisplannen hebben en minder belasting willen betalen aan gemeente en waterschap. Ga je je huis verkopen, dan is een hoge WOZ-waarde wellicht aantrekkelijk. Vereniging De Vastelastenbond heeft 7 handige stappen op een rij gezet waarmee je zelf je WOZ-waarde kunt controleren. Zo kun je alvast inschatten of jouw bezwaar kans van slagen heeft.

Wanneer kun je bezwaar maken?

Bezwaar maken tegen de WOZ-waarde kost niets en kan tot 6 weken na dagtekening van het aanslagbiljet. Op de website van de Vereniging Eigen Huis vind je verschillende voorbeeldbrieven die je hiervoor kunt gebruiken. Als je in de loop van het jaar een woning erft, dan heb je ook na deze termijn de mogelijkheid om een nieuwe WOZ-waarde aan te vragen bij de gemeente. Nadat de gemeente de beschikking voor de WOZ-waarde heeft afgegeven, heb je vervolgens 6 weken de tijd om eventueel bezwaar te maken.

Financiële beslissingen nemen als je dementie hebt

Er kan een moment komen dat jij of je partner dementie krijgt. Dat betekent niet dat je meteen ook niet meer wilsbekwaam bent. Zeker in de eerste fase van dementie kun je vaak nog goed de gevolgen van je beslissingen overzien. We raden je wel aan om in deze situatie zo snel mogelijk een volmacht of levenstestament te regelen. In tegenstelling tot wat veel mensen denken, is de partner van iemand met dementie namelijk niet automatisch degene die de financiële zaken mag overnemen. Dat moet je expliciet vastleggen bij de notaris.

Als je niet meer wilsbekwaam bent

Het beleggen van vermogen, het kopen of verkopen van een huis: je mag het alleen doen als je wilsbekwaam bent. Dat wil zeggen dat je de gevolgen van je eigen handelingen en beslissingen kunt begrijpen. Bij dementie neemt dat vermogen langzaam af. Tot er een moment komt dat je je eigen handelingen en beslissingen niet meer kunt overzien. Je bent dan wilsonbekwaam. Heb je geen volmacht geregeld of is er geen levenstestament, dan moet de kantonrechter voor financiële zaken een beschermingsbewind of curatele instellen. Je partner is dus niet automatisch bevoegd om namens jou financiële beslissingen te nemen.

Zo regel je het goed

Iemand bij wie dementie is gediagnosticeerd, kan zeker in de beginfase nog heel goed zelf keuzes maken en de gevolgen daarvan overzien. Zorg daarom dat je op tijd naar de notaris gaat om een volmacht of levenstestament te regelen. Iemand is wilsbekwaam totdat het tegendeel blijkt. Meestal kan een notaris hier een goede inschatting van maken. Dat gebeurt onder andere door degene met dementie te vragen of hij of zij zelf kan vertellen wat er zojuist is besproken en is vastgelegd. Bij twijfel kan de notaris een arts vragen om zijn of haar mening over de wilsbekwaamheid. Is die in orde, dan kan de notaris de volmacht of het levenstestament opstellen. Hiermee regel je dat je partner (of iemand anders die je vertrouwt) namens jou financiële beslissingen kan nemen op het moment dat je dat zelf niet meer kunt.

Volmacht versus levenstestament

Met een volmacht wijs je iemand aan die jou vertegenwoordigt bij financiële aangelegenheden, zoals het regelen van bankzaken, het beleggen van vermogen, de aan- en verkoop van onroerend goed en het doen van giften en schenkingen. Een levenstestament is iets uitgebreider. Hierin kun je naast een financiële volmacht ook een medische volmacht geven aan iemand. Hij of zij wordt dan onder andere het aanspreekpunt voor artsen en zorginstellingen en mag keuzes maken voor wel of geen medische behandeling of reanimatie. Daarnaast kun je in een levenstestament je wensen vastleggen ten aanzien van bijvoorbeeld je accounts op sociale media en je uitvaart.

Bron: dementie.nl

Een huis kopen met je nieuwe partner? Zorg dat je niet teveel belasting betaalt

Als je met een nieuwe partner een huis gaat kopen, dan wil je optimaal gebruik (blijven) maken van de hypotheekrenteaftrek. In de praktijk is dat niet altijd even gemakkelijk. Let bij het kopen van jullie huis daarom op de volgende zaken.

Zo zijn de regels

Stel dat de verkoop van je vorige woning je een boekwinst heeft opgeleverd, dan ben je verplicht om deze overwaarde te gebruiken voor de aankoop van jullie gezamenlijke nieuwe huis. Hierdoor hoeven jullie samen minder te lenen bij de bank. Maar dat betekent helaas ook een lagere hypotheekrenteaftrek. Dat zit zo. Jullie kopen een huis voor 5 ton. Jij brengt 1 ton aan overwaarde in en dat maakt dat jullie 4 ton gaan lenen: jij 1,5 ton en je partner 2,5 ton. De bank verdeelt dit bedrag echter evenredig over jullie, dus jullie lenen ieder 2 ton. Maar omdat jij die ton overwaarde hebt ingebracht, mag je niet over 2 ton, maar over 1,5 ton de rente aftrekken. Jouw partner heeft ook minder profijt van de hypotheekrenteaftrek. Hij of zij mag 2,5 ton lenen, maar de bank bedeelt hem of haar maar 2 ton toe. Een lager leenbedrag is ook minder hypotheekrenteaftrek. Hierdoor kunnen jullie allebei een aardig fiscaal voordeel mislopen. Nog lastiger wordt het als je een aflossingsvrije hypotheek had en deze meeneemt naar jullie nieuwe huis. Omdat dit een aflopende regeling is, mag jouw partner de rente over deze hypotheek niet aftrekken. En dat kan onvoordelig uitpakken.

Ga wat schuiven

De Belastingdienst geeft aan dat je met je partner afwijkende afspraken kunt maken over de onderlinge schuldverhouding. Door de schuld anders te verdelen kun je de hypotheekrenteaftrek optimaliseren. Je hier goed over laten informeren kan al gauw veel geld opleveren. Het is wel verstandig om de afspraken over schuldverdeling schriftelijk vast te leggen. Het voordeel dat dit oplevert kun je naderhand natuurlijk weer met elkaar verrekenen. Los van de hypotheek geldt overigens dat je als partners bij bepaalde inkomsten, aftrekposten en het vermogen de keuze hebt wie wélk deel daarvan aangeeft in de aangifte. In je digitale aangifte kun je in het scherm ‘verdelen’ verschillende verhoudingen uitproberen. Je ziet dan al snel in welk scenario je zo min mogelijk belasting betaalt.

Geliefde poes Karl Lagerfeld maakt kans op deel erfenis

Wereldberoemd mode-icoon Karl Lagerfeld overleed eerder deze week op 85-jarige leeftijd aan de gevolgen van alvleesklierkanker. Kort voor zijn overlijden bezat hij naar schatting zo’n 150 miljoen euro. Karl’s geliefde poes Choupette maakt nu kans op een deel van dit bedrag.

Echte liefde

De van oorsprong Duitse topontwerper was ongetrouwd en kinderloos. In een interview vertelde hij ooit dat –als dit wettelijk was toegestaan- hij best met zijn poes had willen trouwen. Vorig jaar bracht Karl naar buiten dat hij genoeg geld na zou laten om veel mensen en misschien ook één dier een groot plezier te doen. De ontwerper woonde en werkte vanaf 1952 voornamelijk in Parijs. Over de Franse wet die verbiedt dat dieren kunnen erven maakte hij zich weinig zorgen: ‘Geen probleem voor mij, omdat ik Duitser ben.’

Luxepoes

In 2012 kreeg de couturier Choupette van Baptiste Giabiconi, een van zijn favoriete mannelijke modellen. Dit cadeau bleek een schot in de roos, toen Karl een jaar later verklaarde ‘smoorverliefd’ te zijn geworden op de sneeuwwitte poes. Hij naam haar overal mee naar toe, gaf haar het allerbeste eten en nam zelfs twee persoonlijke verzorgsters in dienst. Karl verklaarde: ‘Heus, Choupette wordt vreselijk verwend. En terecht, want het is een schat.’

Toekomst

Het is op dit moment nog onduidelijk of Choupette daadwerkelijk iets zal erven. Ashley Tschudin, wie verantwoordelijk is voor de social mediaccounts van het beestje, schrijft dat Choupette het erg moeilijk heeft met het verlies van haar baasje. Tschudin: ‘Ze zet haar beste pootje voor en hoopt dat haar fans haar lieve berichten blijven sturen om zo de pijn wat draaglijker te maken.’ Bij wie Karls muze nu zal gaan wonen is nog niet zeker. Waarschijnlijk zal een van haar verzorgsters haar nieuwe baasje worden.

Op zoek naar een bedrijfsruimte: wordt het huren of kopen?

Als je als ondernemer op zoek gaat naar geschikte bedrijfsruimte, kom je voor de keuze te staan of je wilt gaan huren of kopen. Beide opties kennen zo hun eigen voor- en nadelen. Wij hebben er een aantal voor je op een rij gezet.

Snel schakelen?

Weet je nog niet goed hoe de zaken zich zullen ontwikkelen de komende tijd en welke eisen dat stelt aan jouw bedrijfsruimte? Met een huurpand kun je hier sneller op anticiperen dan met een pand dat jouw eigendom is. Je weet immers niet hoe snel je het pand van de hand kunt doen. Als snel kunnen schakelen belangrijk voor jou is, let dan wel goed op de opzegtermijn in het huurcontract. Bij een kooppand heb je meer flexibiliteit als het gaat om het inrichten of verbouwen van jouw bedrijfsruimte. Omdat het jouw eigendom is, kun je daar zelf over beslissen. Dit in tegenstelling tot een huurpand, waarbij meestal de verhuurder de regels bepaalt over inrichten en verbouwen. Heb je een relatief kleine bedrijfsruimte nodig, dan is het huuraanbod vaak groter dan bij koop. Dat geldt ook voor aantrekkelijke locaties: hier kan het vinden van een huurpand sneller gaan dan het vinden van een geschikt kooppand.

Duidelijkheid over financiën

Kies je voor huren, dan weet je precies waar je aan toe bent met je maandelijkse lasten. Bij een kooppand weet je ook wat je per maand aan rente en aflossing moet betalen, maar je krijgt eerst nog te maken met de kosten koper bij aanschaf van het pand. Ook moet je er rekening mee houden dat niet alle banken een bedrijfspand voor 100% financieren. In dat geval zul je eigen geld in moeten brengen. Vervolgens krijg je van doen met (soms onvoorziene) kosten voor onderhoud. Het is raadzaam om hier een bedrag voor opzij te zetten. Bij huur heb je hier allemaal geen omkijken naar. Het geld dat je hiermee uitspaart, kun je als huurder op een andere manier investeren in je bedrijf. Hier staat tegenover dat je, zo lang je bedrijfsruimte in waarde blijft stijgen, met een eigen pand vermogen opbouwt in je onderneming. Daarnaast kunnen, als de rente laag is, je maandelijkse lasten bij koop lager zijn dan bij huur.

Zo zit het fiscaal

De aanschaf van een bedrijfspand is een investering. Je hebt daarmee recht op de fiscale investeringsaftrek (deze aftrek geldt overigens alleen voor je pand en niet voor de grond waar het op staat). Bij de aankoop van een bedrijfsruimte betaal je 6% overdrachtsbelasting. Dit bedrag is niet aftrekbaar als kosten voor je onderneming. Je kunt de overdrachtsbelasting wel optellen bij de waarde van jouw bedrijfsruimte en hierop afschrijven. Koop je een pand dat ouder is dan twee jaar, dan hoef je geen btw te betalen. Wel btw rekenen kan voor jou fiscaal aantrekkelijk zijn. Weet dat je de mogelijkheid hebt om – onder bepaalde voorwaarden – met de verkoper overeen te komen om wel btw te rekenen. Je regelt dit door samen met de verkoper een verzoek hiertoe in te dienen bij de belastinginspecteur of door vast te leggen in de notariële akte dat de levering van jouw bedrijfspand plaatsvindt met btw. Bij een huurpand mag je alle kosten die jij voor de bedrijfsruimte maakt, zoals huur, energiekosten, verzekeringskosten, schoonmaakkosten en kosten voor de inrichting aftrekken van de opbrengsten van jouw onderneming. Over de huurprijs hoef je geen btw te betalen. Ook voor jou als huurder kan het voordelig zijn om wél btw te betalen. Onder bepaalde voorwaarden kun je btw-betaling overeenkomen met de verhuurder.

Zo kies je de beste rechtsvorm voor je bedrijf

Een onderneming starten is altijd een bijzonder moment. Daarbij heb je de keuze uit verschillende bedrijfsvormen. Welke vorm het beste bij jouw onderneming past, hangt van meerdere factoren af. We noemen er een aantal voor je.

Alleen ondernemen

Veel ondernemers werken als zzp’er of freelancer. Zij zijn als het ware ‘zelf’ hun bedrijf. De keuze voor een eenmanszaak ligt dan voor de hand. Het oprichten ervan is eenvoudig: je hoeft je onderneming alleen maar in te schrijven bij de Kamer van Koophandel. Een bv oprichten kan ook. Hiervoor is een notariële akte verplicht. Het voordeel is dat je met een bv niet persoonlijk aansprakelijk bent voor eventuele schulden. Bij een eenmanszaak ben je dat wel. Ook belastingtechnisch zijn er verschillen. Bij een bv betaal je vennootschapsbelasting plus inkomstenbelasting over het salaris van de directie (ofwel jouw salaris) en het uitgekeerde dividend. Bij de eenmanszaak betaal je inkomstenbelasting. Door de MKB-winstvrijstelling, de ondernemersaftrek en de startersaftrek heb je met een eenmanszaak vooral in de eerste jaren van je onderneming vaak meer fiscaal voordeel dan met een bv.

Samen ondernemen

Ga je samen met anderen ondernemen, dan krijgt dat vaak gestalte in een maatschap of een v.o.f. (vennootschap onder firma). Jullie brengen dan allemaal geld, goederen, arbeid en/of goodwill in jullie zaak en jullie verdelen het voordeel dat hieruit ontstaat. Werken jullie onder dezelfde naam, maar hebben jullie in feite allemaal je eigen praktijk, bijvoorbeeld als fysiotherapeut of advocaat? Dan is een maatschap een goede optie. Binnen een maatschap ben je namelijk niet aansprakelijk voor de schulden die een andere maat aangaat. Bij een v.o.f. is dat anders. Hier ben je als vennoot aansprakelijk voor alle schulden, ook voor de schulden die een van je vennoten is aangegaan. De v.o.f. wordt vaak als bedrijfsvorm gekozen door ondernemers die onder dezelfde naam samenwerken aan één product of dienst. Voor zowel de maatschap als de v.o.f. geldt dat we je aanraden om goede afspraken met elkaar te maken. Denk daarbij aan afspraken over wie wat inbrengt, over de verdeling van de winst wat je doet bij ziekte en arbeidsongeschiktheid en de voorwaarden voor uittreding en toetreding. Dit kun je bij de notaris regelen, maar het hoeft niet. Qua belastingbetaling is er geen verschil tussen de maatschap en de v.o.f. Je betaalt inkomstenbelasting en je kunt gebruik maken van de MKB-winstvrijstelling, de ondernemersaftrek en de startersaftrek.

Wanneer naar de notaris?

Wij weten weet precies wat de voor- en nadelen zijn van elke bedrijfsvorm. Naast de bv, de eenmanszaak, de v.o.f. en de maatschap zijn er nog meer bedrijfsvormen, zoals de nv, de cv, de coöperatie of een vereniging. Een handig overzicht hiervan vind je hier. We helpen je graag om de juiste en financieel meest gunstige bedrijfsvorm te kiezen. Daarbij kijken we niet alleen naar je onderneming, maar ook naar je privébelangen. Voor sommige bedrijfsvormen is oprichting via de notaris verplicht. Ga je een overeenkomst opstellen met de mede-ondernemers, dan leggen we je uit hoe je dat het beste kunt doen. Dat helpt om de kans op onaangename situaties te verkleinen. Kom dus vooral eens langs met je bedrijfsplannen. Wij denken vanuit onze expertise graag met je mee over een succesvolle start van je onderneming.